How do you say be in Dutch?
— zijn


Related synonyms for be in Dutch
berylliumberyllium (n)
livewonen
Generic synonyms for be in Dutch
metalmetaal (n)
takepakken
Specialized synonyms for be in Dutch
answerantwoord (n)
beginbeginnen; aanvangen
bodylichaam (n)
breatheademen; ademhalen
buykopen; aanschaffen
cleanproper; schoon
comekomen
counttellen
endeinde (n); uiteinde (n)
enterbinnengaan
facegezicht (n); aangezicht (n); gelaat (n)
fallvallen
foxvos (m)
gogaan
hailhagel (m)
headhoofd (n); kop (m)
killdoden; vermoorden
leadlood (n)
lieliegen
livewonen
lookkijken
matchlucifer (m); zwavelstokje (n)
numberaantal (n); hoeveelheid (f)
runrennen; lopen
sellverkopen
sitzitten
standstaan
suckzuigen
swimzwemmen
takepakken
touchaanraken; beroeren; raken
translatevertalen, overzetten (archaic)
wantwillen
washwassen
windwind (m)
workwerken
yawngeeuwen; gapen
Related verbs for be in Dutch
gogaan
livewonen