How do you say fly in Dutch?
— vliegen; Tweevleugeligen


Related synonyms for fly in Dutch
wingvleugel
Generic synonyms for fly in Dutch
carrydragen
changeverandering (f); aanpassing (f)
fallvallen
gogaan
runrennen; lopen
travelreizen
Specialized synonyms for fly in Dutch
balloonballon (m)
breakbreken
desertwoestijn (f)
kitevlieger
Category relationships for fly in Dutch
airlucht (f)
aircraftvliegtuig (n)
baseballhonkbal
Related verbs for fly in Dutch
wingvleugel
Entails for fly in Dutch
wingvleugel
Derivative terms for fly in Dutch
wingvleugel