How do you say bull in Dutch?
— stier (m)


Related synonyms for bull in Dutch
copperkoper (n)
pigzwijn (n); varken (n)
shitschijten
Generic synonyms for bull in Dutch
centermidden
manmens
personpersoon (m)
someoneiemand
soulziel (f)
househuis (n); onderkomen (n)
Terms within for bull in Dutch
hornhoorn (m)
Antonyms for bull in Dutch
bearbeer (m); berin (f)