How do you say home in Dutch?
— huis (m); heem (n)


Related synonyms for home in Dutch
familyfamilie (f)
househuis (n); onderkomen (n)
placeplaats (f)
platebord (n); dienblad (f)
Terms within for home in Dutch
bathroombadkamer (f)
bedroomslaapkamer (f)
dining roomeetkamer 'de'
kitchenkeuken
Specialized synonyms for home in Dutch
househuis (n); onderkomen (n)
Generic synonyms for home in Dutch
bagzak (m); tas (f)
househuis (n); onderkomen (n)
rootwortel (m)
Category relationships for home in Dutch
baseballhonkbal
sportsport (m)
Derivative terms for home in Dutch
placeplaats (f)