Definition of Bijwoner

1. bywoner [n -S] - See also: bywoner

Lexicographical Neighbors of Bijwoner

bijective numeration
bijectively
bijectivity
bijou
bijou problemette
bijous
bijouterie
bijouteries
bijoutries
bijoutry
bijoux
bijugate
bijugate leaf
bijugous
bijugous leaf
bijwoner (current term)
bijwoners
bikable
bikathon
bikathons
bike
bike-and-ride
bike-lash
bike-lashes
bike-shedding
bike jockey strap
bike jockey straps
bike rack
bike racks
bikeable

Literary usage of Bijwoner

Below you will find example usage of this term as found in modern and/or classical literature:

1. The Land of Free Speech: Record of a Campaign on Behalf of Peace in England by Samuel Cron Cronwright-Schreiner (1906)
"The house and the room are very like that of a Dutch "bijwoner."* A village has grown up around it now. In Burns's day it was in the country. ..."

2. The Settlement After the War in South Africa by Michael James Farrelly (1900)
"Even among the farmers a class has arisen ominous as any—the landless rustic—the bijwoner, the bye-dweller. ..."

3. A West Pointer with the Boers by John Y. Fillmore Blake (1903)
"... on arrival in South Africa, as it is this class who provide the work for the bijwoner class, whose return for this reason, it is necessary to retard. ..."

4. De staf van Aäron: Twaalf leerredenen by Jan Daniel de Lind van Wijngaarden (1908)
"En nu voegt hij daar het woord: „bijwoner" bij. Een bijwoner is een vreemde, maar die met de niet-vreemden samenwoont en daarmede verkeert. ..."

5. Uitleggingen over het Boek Genesis by Hermann Friedrich Kohlbrügge (1888)
"... geene plaats zoude vinden, maar dat hij daarin heen en weder zou moeten trekken, als een bijwoner en vreemdeling, zooals ook van hem staat geschreven in ..."

Other Resources:

Search for Bijwoner on Dictionary.com!Search for Bijwoner on Thesaurus.com!Search for Bijwoner on Google!Search for Bijwoner on Wikipedia!

Search