How do you say take in Dutch?
— pakken


Related synonyms for take in Dutch
askvragen
carrydragen
choosekiezen; uitkiezen
filmfilm (m)
havehebben
leadlood (n)
learnleren
readvoorlezen
traintrein (m)
Generic synonyms for take in Dutch
askvragen
bezijn
becomeworden
bedbed (n); sponde
buykopen; aanschaffen
carrydragen
changeverandering (f); aanpassing (f)
crosskruis (n)
enterbinnengaan
fuckneuken; naaien
gogaan
havehebben
headhoofd (n); kop (m)
knowkennen
loveschat
seezien; aanschouwen; ZIEN; bekijken; bezien
swanzwaan (f)
usegebruiken
workwerken
Specialized synonyms for take in Dutch
bezijn
bearbeer (m); berin (f)
bonebeen (n)
brushborstel (m); (paint-) verfborstel; (hair-) haarborstel; (tooth-) tandenborstel
carrydragen
cleanproper; schoon
creamroom (m)
diggraven; delven
drinkdrank (m); drankje (n); drankske (n)
dropdruppel (m)
eateten; vreten
emptyleeg
ferryveer (n); veerpont
freevrij; los; loslopend
gogaan
handhand (f)
headhoofd (n); kop (m)
landland (n)
placeplaats (f)
playspelen
pocketzak (m)
riflegeweer (n); karabijn (f)
seedzaad (n)
smokeroken
spoonlepel (m)
stonesteen (m); steentje (n)
stringdraad (m)
swallowslikken; doorslikken
touchaanraken; beroeren; raken
traintrein (m)
usegebruiken
washwassen
welcomewelkom!
Related verbs for take in Dutch
askvragen
bearbeer (m); berin (f)
carrydragen
eateten; vreten
havehebben
photographfoto (f)
readvoorlezen
Category relationships for take in Dutch
filmfilm (m)
moviefilm (m)
pictureafbeelding (f), prent (f), portret (n), illustratie (f), plaatje, figuur
Entails for take in Dutch
comekomen
Derivative terms for take in Dutch
carrydragen
filmfilm (m)
Antonyms for take in Dutch
givegeven; overhandigen