How do you say minute in Dutch?
— minuut; Minuut (tijd)


Related synonyms for minute in Dutch
houruur (n); stonde (f)
momentogenblik (n); moment (n); oogwenk (m); tijdstip (f)
narrownauw
secondtweede; (abbreviations) 2de, 2e
Generic synonyms for minute in Dutch
timekeer (m)
Group relationships for minute in Dutch
houruur (n); stonde (f)
Terms within for minute in Dutch
secondtweede; (abbreviations) 2de, 2e
Specialized synonyms for minute in Dutch
timekeer (m)
Similar to for minute in Dutch
littleklein
smallklein; nietig; minuscuul