How do you say gas in Dutch?
— gas (n); Gasvormig


Related synonyms for gas in Dutch
gasolinebenzine (f), naft (Belgium'slang)
petrolbenzine (f)
Group relationships for gas in Dutch
aeroplanevliegtuig (n)
airplanevliegtuig (n)
carauto (m); wagen (m); automobiel (m)
Specialized synonyms for gas in Dutch
airlucht (f)
chlorinechloor (m)
crowkraai (m)
fluorinefluor (n)
hydrogenwaterstof (n)
nitrogenstikstof (f)
oxygenzuurstof (f)