How do you say fauna in Dutch?
— Fauna (dierenleven)


Related synonyms for fauna in Dutch
animaldier (n); beest (n)
Generic synonyms for fauna in Dutch
organismorganisme (n)
Examples of category for fauna in Dutch
biggroot; omvangrijk
bodylichaam (n)
bonebeen (n)
noseneus (m)
wartwrat (f)
Group relationships for fauna in Dutch
biologybiologie
Specialized synonyms for fauna in Dutch
femalevrouwelijk
gamespel (n), spelleke (n) (Flemish)
giantreus (m)
youngjong; jeugdig
Terms within for fauna in Dutch
facegezicht (n); aangezicht (n); gelaat (n)
headhoofd (n); kop (m)