How do you say eat in Dutch?
— eten; vreten


Generic synonyms for eat in Dutch
dropdruppel (m)
havehebben
takepakken
Related verbs for eat in Dutch
takepakken
Specialized synonyms for eat in Dutch
breakfastontbijt (n)
burnbranden; verbranden; verteren
piecestuk (n)
pigzwijn (n); varken (n)
ravenraaf (m)
wolfwolf (m)
Entails for eat in Dutch
chewkauwen
swallowslikken; doorslikken